Ik ben Binky en ik kom uit Frankrijk. Binky is niet echt een Franse naam maar mijn Nederlandse baasjes hebben mij nu eenmaal zo genoemd toen zij mij in september 2016 meenamen naar Nederland.
Van mijn verleden kan ik mij niet veel herinneren. Ik weet wel dat ik in augustus 2016 op een camping in de Dordogne rondliep. Misschien ben ik wel weggelopen van huis en kon ik de weg niet meer terugvinden of wilde mijn baasje niet meer voor mij zorgen en heeft hij mij naar de camping gebracht, omdat hij wist dat ik daar wel eten zou krijgen van al die buitenlanders die daar kampeerden. En dat was ook zo. De eerste weken waren er veel toeristen en als ik op mijn rug ging liggen of andere kunstjes deed, kreeg ik altijd wel een lekker hapje van iemand. Het was fijn om lekker rond te rennen op de camping, in bomen te klimmen en veel nieuwe mensen te ontmoeten. Ik ben namelijk erg sociaal en ik liep op iedereen af. Ik verwelkomde altijd de nieuwe gasten en ik had al snel door of die mensen mij leuk vonden en of ik eten van ze zou krijgen. En een knuffel, want ik vind het ook fijn om geknuffeld te worden.
De baas van de camping had mij op een website geplaatst van gevonden katten, want hij wilde dat ik een nieuw baasje zou krijgen, zodra de camping eind september zou sluiten. Want zonder eten en in de kou, zou ik het niet redden. Maar niemand zocht mij en niemand wilde mij adopteren…
Het werd wat rustiger op de camping en er kwamen steeds minder mensen die mij eten gaven en knuffelden. Ik begon mager te worden en ik kreeg heel erge jeuk in mijn oren. Mijn ogen begonnen te tranen en ik had pijn in mijn tandvlees. En die vlooien, vreselijk was dat. Ik was niet meer zo erg gelukkig als in de weken daarvoor, maar ik bleef mijn best doen om van die paar mensen die er nog waren lekkere hapjes te krijgen, hoewel dat steeds meer moeite kostte.
Op een dag kwam er een nieuw stel aan met een grote tent. Ik rende meteen naar ze toe en begon met hun tentzeil te spelen. Ze vonden mij grappig en ik wist dat ik wel hapjes zou krijgen van die mensen, want ze deden erg lief tegen mij. Ik kreeg zelfs een eigen stoel om in te liggen. Omdat er niet veel andere mensen meer waren op de camping en omdat ik eten en aandacht kreeg van die mensen, bleef ik de hele dag bij ze in de buurt. Ik liep overal achter ze aan en als ze een dagje weg waren met de auto, rende ik meteen naar ze toe om ze niet meer te verlaten. Ik mocht alleen niet in het slaapgedeelte van de tent slapen en dat vond ik wel jammer. Maar ik mocht wel in de binnentent slapen op mijn eigen stoel en met een dekentje over mij heen. Het was best koud ’s nachts, dus was zo’n dekentje wel fijn.
Ik was weer gelukkig op de camping. Ik speelde, rende rond, kreeg veel eten en veel knuffels. Maar ineens gebeurde er iets raars. Die aardige mensen pakten hun spullen en hun tent in, terwijl ik op mijn eigen stoeltje in de zon lag. Ik deed of ik het niet in de gaten had, maar ik wist dat ik weer in de steek gelaten zou worden, zoals al vaker gebeurd was. Maar ik vergiste mij, want op het laatste moment werd ik in een hokje gestopt en achterin de auto gezet. Ik vond het verschrikkelijk, want ik houd er niet van om opgesloten te zitten. Wat heb ik zitten gillen in dat hokje. Na twee dagen kwamen wij aan in Nederland en mocht ik eindelijk het hokje uit. Ik vond mijn nieuwe huis wel leuk, maar ik moest wel even wennen. Ik moest ineens mijn behoefte doen op een kattenbak, terwijl ik dat altijd buiten deed. Ik had snel door hoe zo’n kattenbak werkte, maar toch doe ik het nog steeds liever buiten.
En ik moest naar de dierenarts, want ik had wat kwaaltjes die verholpen moesten worden. Ik had oormijt, ontstoken ogen, ontstoken tandvlees, vlooien en wormen. De dierenarts was heel lief voor mij, maar ik vond het toch niet zo fijn om geprikt te worden. Mijn baasjes wilden dat ik geen ziektes zou krijgen, zodat ik ingeënt moest worden tegen allerlei ziektes. Ook moest ik gecastreerd worden, maar daar heb ik niets van gemerkt, want ik werd onder narcose gebracht.
Na een paar weken was ik helemaal hersteld van mijn kwaaltjes en gewend aan al die mensen die langskwamen om mij te zien, maar ik wilde wel graag naar buiten. Mijn baasjes hebben geen tuin en ik vind het niet fijn om de hele dag binnen te zitten. Ik zie buiten al die vogeltjes en andere katten die wel buiten mogen lopen en dan word ik erg verdrietig. Maar als ik bij de buitendeur ga zitten en heel hard ga miauwen mag ik met het baasje wandelen, aan een tuigje, maar dat vind ik niet erg. We begonnen met korte stukjes en dat vond ik best spannend, maar nu krijg ik er geen genoeg van en wil ik twee of wel drie keer per dag wandelen en dan ook steeds langer en verder. Honden vond ik in het begin wel eng, maar nu heb ik meer zelfvertrouwen en dat voelen die honden. Zij zijn banger voor mij dan ik voor hen. En mensen vinden het erg leuk als ze mij aan het tuigje zien lopen. Ik zou natuurlijk liever los buiten lopen, maar mijn baasjes vinden dat niet goed want ze zijn bang dat ik wegloop of aangereden wordt. En ze zijn ook bang dat ik bij iederen eten ga bedelen, daar ben ik erg goed in, en nog dikker word. Ze vinden mij namelijk te dik, want ik eet erg veel. Ik moet op dieet, maar ik krijg toch wel mijn zin. Ik heb zo mijn trucjes om aan eten te komen. Heel hard miauwen bijvoorbeeld of op mijn rug liggen, of als dat niet werkt, aan de bank krabben of met de planten klieren. Dat doe ik ook als ik aandacht wil hebben. Als de baasjes achter hun computer zitten en ik geen aandacht krijg, dan eis ik gewoon hun aandacht op. Hallo, ik ben er ook nog! Ik zit ook altijd bij ze in de buurt. En het liefst lig ik bovenop ze, als ze op de bank liggen om televisie te kijken. Ik ga dan lekker op mijn rug liggen met mijn poten omhoog en lig dan intens te genieten. Soms droom ik van de camping en al die bomen waar ik in kon klimmen, maar als ik wakker word, dan besef ik dat ik het toch niet zo slecht getroffen heb met mijn nieuwe baasjes. En nu ga ik weer een hapje eten…